- politique
- politique1 [pollietiek]〈v.〉1 politiek ⇒ beleid, staatkunde♦voorbeelden:1 politique du bâton • harde politiekpolitique de clocher • dorpspolitiekfaire de la politique • aan politiek doenpar politique • om tactische redenence n'est pas une politique • dat is tactisch verkeerd————————politique2 [pollietiek]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉, politiquement [pollietiekmã] 〈bijwoord〉1 politiek ⇒ staatkundig2 〈figuurlijk〉handig ⇒ voorzichtig, diplomatiek3 〈alleen bijwoord〉uit politiek oogpunt♦voorbeelden:1 droits politiques • burgerschapsrechtenhomme politique • politicus, staatsmanun grand politique • groot staatsman¶ économie politique • staathuishoudkunde1. fpolitiek, beleid2. adj1) politiek2) diplomatiek, voorzichtig
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.